LibreOffice 7.5 Help
Kies Opmaak - Alinea - Initialen tabblad.
Kies Beeld - Opmaakprofielen - open contextmenu Aanpassen/Nieuw - Initialen tabblad.
Kies Opmaak - Alinea - Tekstverloop tabblad.
Kies Beeld - Opmaakprofielen open contextmenu Aanpassen/Nieuw - Tekstverloop tabblad.
Kies Bewerken - Zoeken en vervangen - Opmaak, tabblad Tekstverloop.
Klik met rechts op het alinea-opmaakprofiel Tekstblok. Kies (tabblad).
Kies Command+TF11). Klik met rechts op een willekeurige alinea-opmaakprofiel. Kies het tabblad .
(Kies
Klik in het venster Opmaakprofielen op het pictogram Acties voor opmaakprofielen rechtsboven. Kies in het submenu.
Verschillende manieren om het venster Opmaakprofielen te openen:
Druk op Command+TF11
Kies
Kies
Kies
.Kies Command+TF11) - kies Pagina-opmaakprofielen - open het contextmenu voor het geselecteerde opmaakprofiel - Nieuw/Aanpassen.
(Kies
(tabblad).Klik met rechts op een alinea, kies het tabblad
.Klik met rechts op een alinea, kies het tabblad
.Kies tabblad
(Alinea-opmaakprofielen).Kies tabblad
open het contextmenu (Alinea-opmaakprofielen).Kies de tab Opmaak - Pagina-opmaakprofiel - Kolommen.
Kies Pagina-opmaakprofielen - open het contextmenu voor het geselecteerde pagina-opmaakprofiel - (tabblad).
-Kies tabbladInvoegen - Frame, tabblad Kolommen.
Kies Opmaak - Frame en OLE-object - Eigenschappen, tabblad Kolommen.
Kies het tabblad
.Kies het tabblad
(knop) - (tabblad).Kies de tab Opmaak - Pagina-opmaakprofiel - Voetnota.
Kies Beeld - Opmaakprofielen - open contextmenu Aanpassen/Nieuw, tabblad Voetnoot.
Kies Invoegen - Sectie, tabblad Voetnoot/Eindnoot.
Kies Opmaak - Secties - Opties, tabblad Voetnoten/Eindnoten.
Kies Beeld - Opmaakprofielen - open contextmenu Aanpassen/Nieuw (voor Alinea-opmaakprofielen).
Kies Command+TF11) om het paneel Opmaakprofielen te openen.
of (Klik op het pictogram Tekenopmaakprofielen bovenaan het paneel en selecteer een tekenopmaakprofiel.
Klik met rechts om het contextmenu te openen en kies
.Pictogram Tekenopmaakprofiel
Kies Beeld - Opmaakprofielen - open contextmenu Aanpassen/Nieuw (voor Frame-opmaakprofielen).
Kies Command+TF11) - open het contextmenu (Voor Lijstopmaakprofielen).
(Kies Extra - AutoCorrectie - Toepassen.
Kies Extra - AutoCorrectie - Wijzigingen toepassen en bewerken.
Kies Tabel - AutoOpmaak (met cursor in een tabel).
Kies het tabblad
.Op de werkbalk Afbeelding (wanneer er afbeeldingen geselecteerd zijn), klikt u op
Eigenschappen van afbeeldingen
Kies
.Kies
.Kies
- open het contextmenu .Kies
.Kies Opmaak - Afbeelding - Eigenschappen, tabblad Omloop.
Kies tabblad Opmaak - Frame en OLE-object - Eigenschappen, tabblad Omloop.
Kies tabblad Invoegen - Frame - Frame, tabblad Omloop.
Kies Opmaak - Frame en OLE-object, tabblad Omloop.
Kies Opmaak - Omloop - Contour bewerken.
Kies Opmaak - Afbeelding - Eigenschappen, tabblad Hyperlink.
Kies tabblad Opmaak - Frame en OLE-object - Eigenschappen, tabblad Hyperlink.
Kies tabbladInvoegen - Frame - Frame, tabblad Hyperlink.
Kies Opmaak - Afbeelding - Eigenschappen, tabblad Opties.
Kies tabblad Opmaak - Frame en OLE-object - Eigenschappen, tabblad Opties.
Kies
- open het contextmenu voor het geselecteerde - .Kies tabbladInvoegen - Frame - Frame, tabblad Opties.
Klik met rechts op het geselecteerde object, kies het tabblad
.Kies Opmaak - Afbeelding - Eigenschappen, tabblad Afbeelding.
Kies Opmaak - Afbeelding - Eigenschappen, tabblad Macro.
Kies tabblad Opmaak - Frame en OLE-object - Eigenschappen, tabblad Macro.
Kies Extra - AutoTekst - knop AutoTekst, Macro.
Kies Macro.
- open het contextmenuKies Opmaak - Teken, tabblad Hyperlink, knop Gebeurtenissen.
Klik op de werkbalk Tabel op
Tabeleigenschappen
Kies Tabel - Tabel samenvoegen.
Kies tabbladTabel - Eigenschappen, tabblad Tabel.
Kies tabbladTabel - Eigenschappen, tabblad Kolommen.
Kies tabbladTabel - Eigenschappen, tabblad Tekstverloop.
Klik met rechts in een tabel en kies Cel.
Kies Tabel - Cellen samenvoegen.
Op de werkbalk Tabel klikt u op
Cellen samenvoegen
Kies Tabel - Cellen splitsen.
Op de werkbalk Tabel klikt u op
Cellen splitsenCellen splitsen
Kies Cel - Beveiligen in het contextmenu van een cel.
Kies Cel - Beveiliging opheffen in het contextmenu van een cel.
Open het contextmenu voor tabellen in de Navigator.
Kies Rij in het contextmenu van een cel.
Kies Rij - Hoogte in het contextmenu van een cel.
Kies Tabel - Selecteren - Rijen.
Kies Tabel - Verwijderen - Rijen.
Op de werkbalk Tabel, klik op
Rij verwijderen
Kies Kolom in het contextmenu van een cel.
Kies Grootte - Kolombreedte in het contextmenu van een cel.
Kies Tabel - Selecteren - Kolom.
Kies Tabel - Invoegen - Kolommen.
Kies Tabel - Invoegen - Rijen.
Op de werkbalk Tabel, klik op
Kolom invoegen
Rij invoegen
Kies Tabel - Verwijderen - Kolommen.
Op de werkbalk Tabel, klik op
Kolom verwijderen
Kies Opmaak - Frame en OLE-object - Eigenschappen.
Objecteigenschappen
Frame-eigenschappen
Kies menu Opmaak - Pagina-opmaakprofiel - tab Tekstraster, als Aziatische talen ondersteuning is geactiveerd